In afl. 45 van de AMEE guide schrijven Jan van Tartwijk en Erik Driessen uitgebreid en gedegen over de rol die (digitale) portfolio's kunnen hebben in toetsing.
In dit (overzichts)artikel doen ze een aantal (bekende) praktische aanbevelingen, zoals:
- zorg dat de doelen van een ePortfolio helder zijn
- ePortfolio's kunnen zowel formatief als summatief ingezet worden
- zorg voor een flexibel format dat uitgaat van de student, waarbij een overdaad aan structuur een groter risico vormt dan het ontbreken van structuur
- wees bewust van de tijd die het werken met een (e)Portfolio vraagt
Aan de hand van de piramide van Miller beschrijven zij hoe elk niveau van deze piramide getoetst kan worden en welke rol het (e)Portfolio hierbij kan spelen. Vervolgens worden de verschillende (e)Portfolio's beschreven: portfolio's gericht op toetsing, ontwikkelportfolio's en het professionele portfolio. Dit wordt ondersteunt door het model wat van Tartwijk een aantal jaren geleden al ontwikkelde.
Door gebruik te maken van het ALACT-model van Korthagen geven de schrijvers een duidelijke aanwijzing over de wijze waarop de begeleiding van (e)Portfolio's kan worden vormgegeven. Dit wordt aangevuld met een aantal concrete tips (box 4).
Tenslotte wordt aan de hand van de volgende vragen de rol van (e)Portfolio bij toetsing uitgebreid beschreven:
- wat wordt getoetst?
- waarom wordt dit getoetst?
- op welke manier wordt dit getoetst?
- wie toetst?
- wanneer wordt dit getoetst?
Speciale aandacht in dit gedeelte van het artikel wordt gegeven aan de inzet van (e)Portfolio's tijdens praktische en complexe opdrachten (bijvoorbeeld stages en afstuderen).
Het artikel sluit af met de beschrijving van een aantal kritische succesfactoren voor een geslaagde introductie van (e)Portfolio's. Zowel van Tartwijk als Driessen blijven stevige pleitbezorgers voor (e)Portfolio's.
vrijdag 27 november 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)